Griezelen op zn Grunnings

Spookverhalen uit Stad en provincie

Op 31 oktober is het Halloween ofwel Allerheiligenavond, hét moment om tegen elkaar aan te kruipen bij een eng verhaal. En in Groningen zijn er door de jaren heen genoeg spookverhalen ontstaan. Volksverhalen, die al eeuwen worden doorverteld. Verhalen over geesten, duivels en doden die tot leven komen. Maar de vraag is: zijn het mythes of zit er toch een kern van waarheid in? Griezel met ons mee, op z'n Grunnings. 

Rare geluiden rondom de Fraeylemaborg

Waar de eerste stenen van deze plek al vóór 1300 zijn gelegd, zijn er in de tussentijd bij de Fraeylemaborg een aantal griezelige dingen gebeurd. Er wordt zelfs gezegd dat het zou spoken rondom het eeuwenoude landgoed. Zo horen meerdere mensen er vreemde, griezelige geluiden. 

Lang geleden, in de middeleeuwen, werd de borg bewoond door verschillende adellijke families. Rijke families met bedienden, dienstmeiden en stalknechten. Personeel wat alleen maar kon dromen over de rijkdom van hun werkgevers. Zo werd er een diefstal gepleegd in de Fraeylemaborg. De Vrouwe van de borg wist al wie de dief was; het was namelijk haar kamermeisje. Om het meisje in bescherming te nemen, vertelde de vrouw des huizes aan haar man dat de zoon van een bediende de diefstal had gepleegd. Alhoewel ze bij haar man pleitte voor een lichte straf, luisterde hij niet naar haar. De jongen werd meteen gearresteerd en zijn straf werd vastgesteld als de dood door ophanging. Voordat de jongen werd opgehangen, schreeuwde hij luidkeels zijn onschuld uit. Er wordt gezegd dat zijn smekende kreten nog steeds over het landgoed galmen.

Een van de bekendste bewoners van de borg was misschien wel Henric Piccardt. Tijdens zijn studietijd in Frankrijk, werd gezegd dat Henric zich voordeed als zwerver. Bij de Pont Neuf, in Parijs, speelde hij op zijn harp en zong hij om rond te komen. Hier studeerde hij in 1660 af als dokter en werd hij zelfs kamerheer voor Lodewijk XVI. Maar toen de Zonnekoning achter het zwervende dubbelleven van Henric kwam, moest hij terugvluchten naar Nederland. Hij werd borgheer van de Fraeylemaborg en mensen horen zijn harpspel af en toe nog in het torenkamertje van de borg. 

Vroeger was het landgoed omringd door veen, dat nog niet was ontgonnen. Dit betekende dat het ten strengste werd afgeraden om zomaar buiten het landgoed te komen. Op een dag waren twee jonge kinderen aan het spelen bij de borg. Al spelend hadden ze niet door dat ze steeds dichter bij het moeras raakten. Terwijl ze plezier aan het maken waren, belandden ze in het veen en verdronken ze. Het verhaal gaat dat wanneer je met kinderen een wandeling door het Slochterbos maakt, je de twee kinderen nog steeds kan horen lachen. 

Een wraakzuchtig zeewiefke in 't Aeilsgat

Het Aeilsgat is een kolk gelegen nabij de Slaperdijk, in het meest noordelijke dorp van Groningen: Oudeschip. De kolk ontstond toen de dijk nog fungeerde als zeewering. In 1717 was er tijdens de kerst een overstroming waardoor er een zeemeermin, een 'zeewiefke', van de zee in de kolk terecht kwam. Na de overstroming werden de dijken weer opgebouwd en daardoor kon het zeewiefke geen kant meer op. Ze was opgesloten in de kolk en dit maakte haar woedend. In de jaren die daarop volgden, nam het zeewiefke wraak. Op stille mistige avonden, klinkt een zangerige stem uit de kolk: “De tied is ter heer, mor de man is ter nait”. Meerdere malen verdwenen jongemannen in de kolk. Soms reden de mannen zelfs in volle vaart op de kolk af, om vervolgens de verdrinkingsdood tegemoet te gaan.

Een vreemde verschijning in het Noorderplantsoen

Op een regenachtige herfstavond in november fietst een man door het Noorderplantsoen. Wanneer hij langs de Lelievijver fietst, ziet hij een meisje langs de rand van het water staan. Haar kleren zijn doorweekt en haar haren zijn nat. De man stopt en stapt van zijn fiets af. Hij spreekt het meisje aan: "Gaat het wel, kan ik je helpen?". Het meisje kijkt hem aan met een lege blik en vraagt of de man haar naar huis kan brengen. De man gaat akkoord en met het meisje achterop fietst hij naar de Grote Rozenstraat 21, haar adres. Hij zet het bibberende natte meisje voor de deur af en fietst door. Een paar weken later, fietst de man toevallig door de Grote Rozenstraat. Hij besluit om aan te bellen bij nummer 21, om te vragen hoe het met het meisje gaat. De deur van het huis wordt open gedaan door een oud echtpaar. "Is uw dochter ook thuis?" vraagt de man hen vriendelijk. Het echtpaar kijkt verschrikt, waarop ze hem vragen wanneer hij het meisje heeft gezien. Het blijkt dat die kille novemberavond, precies de datum was waarop hun dochter zich in de vijver van het leven beroofde. Het schijnt dat ze elk jaar gezien wordt bij de vijver, op die specifieke dag in november.

Ontdek meer

Mis niets uit Groningen

Maandelijks de leukste tips voor Groningen in je inbox? Schrijf je hieronder in voor de Groningen nieuwsbrief