In 2002 maakte Hans Mes dit drie meter groot kunstwerk; een boek dat tegen een potlood leunt. De horizontekeningen zijn gemaakt door schoolkinderen en worden zichtbaar door de stand van het boek.
Dankzij de schutsluis in het Pekelerhoofddiep konden boten door het diep varen, ondanks het verschil in hoogte van het water. In 1898 werd bij de schutsluis een woning gebouwd voor de sluiswachter.
VILLA, genaamd Villa Elsa, gebouwd in 1906 in opdracht van W. Dethmers sr. (handelaar) in een Overgangsarchitectuur waarin Art Nouveau elementen zijn te herkennen.
Met de ontginning van de veenkoloniën rond 1600, werd het dorpje Oude Pekela gesticht. Niet veel later, zo tussen 1683 en 1685, kwam er een eenvoudige zaalkerk, gefinancierd door de stad Groningen die ook eigenaar werd van de kerk.
Het Pekelder Hoofddiep loopt dwars door Oude Pekela. Dit voormalige veenriviertje (de Pekel A), werd in 1728 gekanaliseerd, vanwege de turfwinning. Net als Nieuwe Pekela is het een typisch voorbeeld van een veenkoloniaal dorp.
Het museum vertelt het verhaal van de Veenkoloniale landbouw met in de wisselexpositie aandacht voor de herinrichting van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën: "Een kapitale impuls".
Tussen 1901 en 1910 legde de Noordoosterlocaalspoorweg-Maatschappij (NOLS) een spoorlijn aan van Zwolle naar Delfzijl. De spoorlijn had zijtakken naar Almelo, Coevorden, Assen en Laarwald in Duitsland.
Het Veenkoloniaal Museum vertelt het verhaal van de gouden 19de eeuw. Honderden binnen- en zeeschepen, volop bedrijvigheid langs het kanaal en op het land, tientallen scheepswerven en evenzovele fabrieksschoorsteen.
Stichting Siep&Co zit in een voormalige strokarton fabriek in Oude Pekela en bezit een aantal grote, deels werkende stoom- en dieselmachines van begin vorige eeuw. Een plaggenhut buiten met interieur verwijst naar de vroegere turfwinning.
In 1938 werd begonnen met de bouw van een nieuw gemeentehuis in Nieuwe Pekela. Het ontwerp, een typisch voorbeeld van Interbellum-architectuur, werd gemaakt door gemeentearchitect J. Tuinhof.
Het oudste gedeelte van het gemeentehuis in Veendam is gebouwd in 1878. In 1913 is het pand ingrijpend verbouwd en vergroot aan de hand van een ontwerp van architect J. Stuivinga uit Zeist.
Vervener Adriaan Geerts Wildervanck was de ‘stichter’ van het dorp Wildervank. Hij legde de eerste steen voor de hervormde kerk op 24 december 1659. Aan de bouw van de kerk is een sage verbonden.
IJzeren Ophaalbrug, genaamd Unionbrug, gebouwd in 1947 in opdracht van de Coöperatieve Cartonfabriek `Union' G.A.. De brug kwam in de plaats van een oude draaibrug, die door oorlogshandelingen was vernield.
Dit Schakelstation is ontworpen in 1936 door Ingenieur. J.H. Timmer in opdracht van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf te Groningen. Aannemer bij de bouw was R. Bloem uit Wildervank.
Marechausseekazerne met aangebouwde schuren op U-vormige plattegrond ontworpen in 1936 door gemeente-architect J. Tuinhof in een regionale variant van de Amsterdamse Schoolstijl.
Oorspronkelijk werd de Steenhouwerij in 1897 gebouwd als een stoomzuivelfabriek. In 1915 werd de schoorsteen erbij gebouwd. Toen de zuivelfabriek in 1923 failliet ging werd het pand overgenomen door H. Prummel.
Voor het voormalige gemeentehuis aan de Raadhuisstraat staat een monument. Het is een ode aan de vervener Adriaan Geerts (1605-1661), de 'stichter' van Wildervank.