Omstreeks 1600 begon de veenexploitatie langs het riviertje de Pekel A, waarna de afgegraven veengronden geschikt werden gemaakt voor de landbouw. Het riviertje werd gekanaliseerd en er werden wijken gegraven.
De watertoren in Oude Pekela is gerealiseerd in 1938. Het is een ontwerp van ingenieur H.F Mertens. Hij ontwierp meerdere watertorens, waaronder die in Bilthoven, Soest en Stadskanaal.
VILLA, genaamd Villa Elsa, gebouwd in 1906 in opdracht van W. Dethmers sr. (handelaar) in een Overgangsarchitectuur waarin Art Nouveau elementen zijn te herkennen.
Oorspronkelijk werd de Steenhouwerij in 1897 gebouwd als een stoomzuivelfabriek. In 1915 werd de schoorsteen erbij gebouwd. Toen de zuivelfabriek in 1923 failliet ging werd het pand overgenomen door H. Prummel.
Tussen 1901 en 1910 legde de Noordoosterlocaalspoorweg-Maatschappij (NOLS) een spoorlijn aan van Zwolle naar Delfzijl. De spoorlijn had zijtakken naar Almelo, Coevorden, Assen en Laarwald in Duitsland.
De eerste keer dat de Joodse gemeenschap een synagoge bouwde in Veendam was in 1745. In 1892 werd een nieuwe synagoge in gebruik genomen, omdat de vorige te vervallen was.
Het Pekelder Hoofddiep loopt dwars door Oude Pekela. Dit voormalige veenriviertje (de Pekel A), werd in 1728 gekanaliseerd, vanwege de turfwinning. Net als Nieuwe Pekela is het een typisch voorbeeld van een veenkoloniaal dorp.
IJzeren Ophaalbrug, genaamd Unionbrug, gebouwd in 1947 in opdracht van de Coöperatieve Cartonfabriek `Union' G.A.. De brug kwam in de plaats van een oude draaibrug, die door oorlogshandelingen was vernield.
Als rijksbouwmeester ontwierp Cornelis Hendrik Peters (1847-1932) tientallen postkantoren, waaronder die in Amsterdam en aan de Groningse Munnekeholm. Ook dit gebouw aan de Feiko Clockstraat in Oude Pekela, is van zijn hand (1898).
In 2002 maakte Hans Mes dit drie meter groot kunstwerk; een boek dat tegen een potlood leunt. De horizontekeningen zijn gemaakt door schoolkinderen en worden zichtbaar door de stand van het boek.
Voor het voormalige gemeentehuis aan de Raadhuisstraat staat een monument. Het is een ode aan de vervener Adriaan Geerts (1605-1661), de 'stichter' van Wildervank.
In 1938 werd begonnen met de bouw van een nieuw gemeentehuis in Nieuwe Pekela. Het ontwerp, een typisch voorbeeld van Interbellum-architectuur, werd gemaakt door gemeentearchitect J. Tuinhof.
De ronde stenen bovenkruier met stelling, gebruikt als korenmolen, werd in 1891 gebouwd en is decennia lang in bezit geweest van de molenaarsfamilie Pot.
Het oudste gedeelte van het gemeentehuis in Veendam is gebouwd in 1878. In 1913 is het pand ingrijpend verbouwd en vergroot aan de hand van een ontwerp van architect J. Stuivinga uit Zeist.
Dankzij de schutsluis in het Pekelerhoofddiep konden boten door het diep varen, ondanks het verschil in hoogte van het water. In 1898 werd bij de schutsluis een woning gebouwd voor de sluiswachter.
Dit Schakelstation is ontworpen in 1936 door Ingenieur. J.H. Timmer in opdracht van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf te Groningen. Aannemer bij de bouw was R. Bloem uit Wildervank.
Het museum vertelt het verhaal van de Veenkoloniale landbouw met in de wisselexpositie aandacht voor de herinrichting van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën: "Een kapitale impuls".
De Turfcentrale uit 1901, aan de Molenstreek in Veendam is een voormalige electriciteitscentrale. Tot na de tweede wereldoorlog werd hier op turf gestookt. Sind 2010 krijgt dit sfeervolle gebouw een tweede leven als broedplaats voor de kunst
Met de ontginning van de veenkoloniën rond 1600, werd het dorpje Oude Pekela gesticht. Niet veel later, zo tussen 1683 en 1685, kwam er een eenvoudige zaalkerk, gefinancierd door de stad Groningen die ook eigenaar werd van de kerk.