
Natuurpark Tussen de Venen
Op de voormalige akkergrond is een mozaïek van biotopen ontstaan met grote rijkdom aan flora en fauna. Afgegraven delen vormen poelen en heidevelden met soorten als zonnedauw en moeraswolfsklauw, waar libellen en amfibieën zich thuis voelen.
Begrazing door schapen voorkomt verbossing en behoudt het open landschap; honden zijn hier niet toegestaan.
In het gebied zijn meer dan vijftig soorten bomen en struiken aangeplant. Daarnaast zijn er tien bijzondere bomen als solitaire exemplaren toegevoegd. Deze soorten verdwenen tijdens de ijstijden uit Nederland en zijn er sindsdien niet in geslaagd zelfstandig terug te keren. Het gaat onder andere om de amberboom, tulpenboom en waternymf: bomen die opvallen door hun bijzondere vorm en schitterende herfstkleuren.
In het zuidelijke, bosrijke deel zorgen aangelegde heuvels en geplagde stukken voor variatie in hoogte en voedselrijkdom. Deze ruigere plekken trekken tal van vlinders aan, zoals citroenvlinder, kleine vos en zandoogjes.